Haalt het document 2020?

thumbnails_doc Leerlingen van middelbare scholen krijgen tegenwoordig les in MS Word en in Excel en Powerpoint natuurlijk. Scholen laten zo zien dat ze mee gaan met de tijd, want dergelijke computervaardigheden vinden ouders belangrijk. Het is echter de vraag of die vaardigheden nog wel zo relevant zijn als die leerlingen hun beroepsopleiding hebben afgerond.

De personal computer heeft een ware revolutie veroorzaakt in de omgang met documenten. Niet vreemd want de drijvende kracht achter de PC, met als tussenstap de (digitale) tekstverwerker, was om tekstverwerking minder statisch te maken. De bureau computer ontkoppelde hardware en software. Het softwareprogramma was geboren. Een van de eerste bruikbare programma voor tekstverwerking was Wordstar maar MS Word werd uiteindelijk de wereldwijde standaard.

De PC was echter niets geweest zonder het internet, die al die miljoenen computers met elkaar verbond tot een inmens netwerk. Het heeft de manier waarop we met elkaar communiceren voorgoed veranderd. Smartphone’s en tablets hebben dat effect versterkt, we zijn altijd en overal bereikbaar. Via email, internet fora, (bedrijfs)wiki’s, publieke en besloten sociale netwerken, chatprogramma’s staan we tegenwoordig voortdurend met elkaar in contact.

Omdat veel van de genoemde webapplicaties de historie van wijzigingen (op pagina’s, blogs en commentaren) bewaard ontstaat er transparantie. Het is steeds inzichtelijk op basis van welke gegevens een beslissing of actie genomen is. Zo ontstaat een nieuwe vorm van documenteren, real-time, actueel, betrouwbaar en overal te raadplegen. Veel betrouwbaarder en waardevoller dan traditionele traag tot stand gekomen documenten. Ze kunnen zo maar kwijtraken, stakeholders ontbreken op distributielijsten, verschillende versies zorgen voor verwarring en documenttypen zijn niet voor iedereen te openen.

screenshot salesforce chatter functies

Het bedrijfsleven ziet de trend ook. Het Enterprise Social Netwerk Yammer timmert stevig aan de weg en een van haar speerpunten is dat het wil fungeren als sociale laag tussen bedrijfsapplicaties als Sharepoint, SAP, Salesforce en vele anderen.  Die applicaties integreren zelf ook steeds meer sociale functies in hun software. Een voorbeeld hiervan is Salesforce chatter.

In 2020 is MS Word een fossiel en kan worden bijgezet in het museum voor de computergeschiedenis.

Het had zo mooi kunnen zijn het Koningslied.

koningslied

Ik heb te doen met John Ewbank. Het is een onmogelijke opdracht. Het koningslied schrijven. Maar ook een eervolle opdracht. Die krijgt hij niet zomaar. Een kroning is een gewichtige gebeurtenis. Hij doet het ook niet alleen. Een stoet van Belangrijke Nederlanders steunt hem en zingt mee. Het volk is ook niet vergeten. Ze mogen zinnen insturen, die verwerkt worden in het lied. Niet te veel invloed van het gepeupel natuurlijk dat zou maar leiden tot ordinaire toestanden.

John Ewbankd Het gepeupel kan echter goed overweg met sociale media. En dus als na weken van geploeter zijn  lied dan eindelijk wordt gepresenteerd, breekt de pleuris uit en wordt het lied afgebrand. Wees eerlijk John, daar had je op kunnen wachten. Het zijn tijden waarin het individu op gespannen voet staat met instituties. Het Koningshuis is zo’n instituut en al die organisaties er omheen ook. Het koningkrijk is een sprookje dat we met zijn allen in stand willen houden. De koning heeft geen macht meer. De koning is daarom vooral van het volk. En we willen liever geen gewichtige, poenerige organisaties en figuren die tussen ons en de Koning staan.

 Het had ook anders gekund. Een evenement voor het volk. Door een wedstrijd uit te schrijven. Met gebruik van de nieuwe sociale media. Elke burger of organisatie had een bijdrage kunnen leveren door een filmpje in te sturen met zijn of haar creatie. Burgers hadden kunnen dan stemmen dmv. likes. en het lied met de meeste likes zou het het koningslied zijn geworden. Zo simpel. 

je-bent-een-koning-scr

Wat hadden we met zijn allen kunnen genieten. Een keur aan inzendingen was ons ten deel gevallen van aandoenlijk amateuristische broddelwerkjes tot schitterende creaties. Wekenlang had het gegonst van activiteit via Twitter, Facebook en Youtube. Wat zouden we ons verbonden gevoeld hebben! En tijdens de Kroning zou ONS lied geklonken hebben. Voor na de kroning hadden we een festival kunnen organiseren waarin een (grote) selectie van afvallers voor 1x hun lied live ten gehore had mogen brengen. Geweldig toch?

Het heeft niet zo mogen zijn. Op 30 april neurien we braaf mee met lied dat ons van hoger hand is opgelegd.

koren

Dwalen door de wereld met instagram

Soort van Instagram logo

In 1837 legt Louis Daguerre met de Daguerreotypie de basis voor de fotografie. Een geniale uitvinding. Met een druk op de knop kon een beeld worden gemaakt. Een portret, een landschap, wat dan ook. Die ‘druk op de knop’ is wel flink bezijden de werkelijkheid in de eerste decennia van de fotografie. De gefotografeerden moesten lang stil zitten en een complex chemisch proces was nodig om de foto te realiseren, maar toch, vergeleken met de schilderkunst was het een revolutionaire verbetering. 

Voorbeeld Daguerreotypie

Het (kunst) schilders gilde begreep al snel dat fotografie een ernstige bedreiging vormde voor hun broodwinning, want waarom een schilder betalen als het met een foto veel beter en goedkoper kan? Het impressionisme was hun antwoord. Schilderen vanuit je gevoel en zo een persoonlijke impressie geven van de werkelijkheid. Dat kon niet met de nieuwe vinding.  De fotografie deed de ware kunstenaar ontstaan, die ongehinderd door een opdrachtgever zijn inspiratie kon volgen.

Femme cueillant des Fleurs - Renoir

Heden ten dage zitten we midden in een andere revolutie. De digitale revolutie, de revolutie van het internet. Een ommekeer die ook het beeld betreft. Met je smartphone kun je een foto nemen en die een seconde later publiceren. De natte fotografie waarvoor Louis Daguerre de basis had gelegd en die tot voor kort altijd de schakel is geweest tussen lens en publicatie is overbodig geworden en vrijwel verdwenen. 

smartphone-fotograaf

In de stroom van de digitale -beeld- revolutie ontstaan nieuwe initiatieven. Een van de meer recente ontwikkelingen is Instagram. Een sociaal netwerk rond het delen van foto’s. Op zich is de dienst helemaal niet zo spannend. Je kunt foto’s plaatsen, foto’s van anderen liken, comments bij foto’s zetten en fotografen volgen. Vrij voorspelbaar allemaal, tegenwoordig. De kracht van Instagram is dat alle foto’s hetzelfde vierkante formaat hebben, daarnaast is een set van ca 20 filters beschikbaar om de foto aan te passen. Maar vooral het standaard formaat is de truc. Het creert voorspelbaarheid. Van gelouterd fotograaf tot beginnend amateur, je zit allemaal in hetzelfde raamwerk. 

mosaik van Instagram foto's

Het voorspelbare standaard formaat is heel succesvol en Instagram heeft inmiddels miljoenen gebruikers. Sinds de dienst zich ook op het Android platform heeft begeven, ben ik er een van. Ik vind het geweldig. Dalen door de wereld door de ogen van miljoenen fotografen. Een smartphone heb je atijd wel op zak, overal, de hele dag. Het levert een constante stroom op van obligatie kiekjes tot schitterende beelden.

Het is een weelde aan persoonlijke interpretaties van de wereld die ieder van omringt. De (impressionistische) kunstschilder en de (realistische) fotograaf gaan weer samen verder.

Lekte Anne Jan de kersttoespraak of is de wet lek?

Beeld Vrouwe Justitia Op kerstavond bezoekt internet ondernemer Anne Jan Roeleveld de website van het koninklijk huis. Op de site staat dat de kersttoespraak van onze vorstin de volgende dag online zou komen te staan, dus hij is geïnteresseerd.  Op de site staan diverse video van leden van het Koninklijk huis, die video’s kun je ook downloaden. De urls van deze video hadden een duidelijke opbouw, naast domeinnaam en pad een datum en een uniek id van de video.

Natuurlijk probeer je dan ook of de video van de kersttoespraak al beschikbaar is, de datum is 251212 dat is makkelijk en het id ophogen is ook geen rocket science. Zo vond Anne de kersttoespraak die pas de volgende dag op de televisie te zien zou zijn. Middels een tweet maakte hij de URL wereldkundig. Nederland was in rep en roer. De media noemden Anne een hacker en de RVD sprak van computervredebreuk. Screenshot 2012-12-27 at 23.19.55 Tot mijn verbazing zeiden zowel Arnoud Engelfriet (Ictrecht) als Brenno de Winter, dat het handelen van de internetondernemer strafbaar is, want volgens de wet heeft hij het systeem gemanipuleerd.

Vreemd. Een url is een verwijzing naar een bestand op een server, een adres zeg maar. Aan de url kun je niet zien of die openbaar is of niet, sterker nog de aard van een url is dat hij openbaar beschikbaar is. Het maakt daarbij niet uit of je aanpassingen aan de url doet, een url is een url.

Er zijn genoeg technieken beschikbaar om het knutselen aan een url zodanig te fustreren dat het niet loont om er een ander bestand mee van de server te halen Je kunt een deel van de url ‘hashen’. Je vervangt het logische deel van de url (in dit geval datum en id) door een ‘hash’ (Bijvoorbeeld: //content1b.omroep.nl/b9c0a0bd05afc5334d86d56ac0efbcf8/ 50d93e73/nos/docs/251211_kersttoespraak.pdf) of zorgt dat de url doorverwijst naar een pagina die meld dat de toespraak 25 december 2012 om 14.00 uur te zien zal zijn op dezelfde plek.

De wetgeving rond digitale zaken en internet grijpt op wetgeving voor de fysieke wereld. Computervredebreuk bijv. -het woord zegt het al-  grijpt terug op inbreken in een huis. Om verschillende redenen gaat die vergelijking mank. Enerzijds moet om in een huis in te breken naar dat huis toe, terwijl hacken (computervredebreuk) gewoon in je eigen huis vanaf je laptop of PC gebeurt. Anderzijds als je iets uit een huis ontvreemd moet de eigenaar de spullen ontberen, als je bestanden van een server haalt is dat niet zo, nadelen zijn er zeker wel maar hij ontbeerd de gegevens niet.

Neem als voorbeeld het sleutelen aan de URL. Ik doe dat ook vaak, omdat ik dan sneller de gewenste content krijg dan door zoeken en/of klikken in de site. Zolang ik publiek toegankelijke pagina’s op haal is dat niet erg, maar als ik per ongeluk een niet voor publicatie bedoelde pagina naar mijn computer haal ben ik strafbaar. Vreemd dat je onbedoeld crimineel kunt zijn

De politiek zou er goed aan doen de wetgeving volledig te baseren op nieuwe werkelijkheid van de digitale wereld en internet, om ervoor te zorgen dat betrokken partijen maximaal beschermd worden en de verantwoordelijkheden duidelijk zijn. Het is wenselijk in de wet op te nemen dat alle content op een server die via een url beschikbaar is als openbaar beschikbaar beschouwd wordt. Het beetje onschuldig spelen met een url maakt je niet dan plotseling tot een crimineel en websitebouwers en -beheerders kunnen zich dan niet meer opstellen als een stel naïeve kleuters die met duplo in het kinderdag verblijf aan het spelen zijn.

Op zijn weblog geeft Anne Jan Roelofsen zelf uitleg over het lekken van de kersttoespraak

Hij komt, hij komt, de cookiewet…

sint en piet cookie Nee, nee, hij komt er niet, want de telecomwet, met daarin de ‘cookiebepaling’ is al sinds 5 juni 2012 van kracht. Maar toezichthouder OPTA heeft aangegeven vanaf 1 januari op te gaan treden tegen bedrijven die zich niet houden aan deze bepaling. Daarom wordt het door velen wel zo ervaren.

Sinds de invoering is deze bepaling, algemeen bekend als de ‘cookiewet’, onderwerp van verhitte discussies op internet en een thema in ontelbare artikelen en blogs. Zelf ben ik in een eerder blog al ingegaan op de inhoud en de gevolgen van die wet. En sitebeheerders en marketeers hebben niet stil gezeten om een antwoord te vinden op deze glasheldere, maar strenge regelgeving.

popup accepteren of instellen van cookies

Popup van sunweb, tekst volledig gericht om bezoeker te masseren om cookies te accepteren vandaar ‘doorgaan’ ipv accepteren

Dat antwoord lijken ze gevonden te hebben. Steeds meer websites tonen een popup waarbij je kunt kiezen voor ‘accepteren’ of ‘instellingen’. Het ‘accepteren’ (van cookies) hoeft verder geen uitleg. Bij klikken op ‘instellingen’ kun je kiezen voor accepteren van (alle) cookies of voor alleen technisch noodzakelijke cookies *. Een moeilijke en verwarrende route, want eigenlijk kies je gewoon ‘ja’ voor cookies of ‘nee’ tegen cookies. Dat is echter precies de bedoeling. Het woord instellingen schrikt bezoekers af en die kiezen daarom voor ja. De heren en dames marketeers hebben hun bezoekers dan precies waar ze ze hebben willen, namelijk dat ze cookies accepteren. De ‘cookiewet’ keert zich zo eigenlijk weer tegen de burger, die de onduidelijkheid gelaten over zich heen laat komen.

Met een goed gevoel voor timing kwam D66 op 21 november j.l. met een voorstel tot verruiming van de cookiewet. De verruiming houdt in dat cookies die gebruikt worden door website-analyse tools gebruikt mogen worden zonder uitdrukkelijke toestemming van de bezoeker.

Mijns inziens een zinvolle verruiming naar de geest van het artikel in de telecomwet. Die is vooral bedoeld om burgers tijdens het internetten te beschermen tegen adverteerders die hen met dezelfde advertenties over meerdere websites ‘volgen’ en tegen de mogelijkheid om surfgedrag te combineren met NAW gegevens van burgers, wat een heel kwalijke ontwikkeling zou zijn. Webanalysetools willen eigenlijk alleen inzicht geven in het surfgedrag van de anonieme bezoeker door de website middels statistiek, niet iets waar je je echt zorgen moet maken. De eerder genoemde ‘truc’ wordt dan voor veel sites overbodig.

* ) Soms word een derde mogelijkheid aangeboden, namelijk cookies van derden (third party cookies). Veel gebruikt door sociale media en adverteerders.

Radiostilte…

Radiostilte
Ze zijn er uit, Rutte en Samson, er ligt een regeerakkoord. Dat hebben we na weken van radiostilte uit de media mogen vernemen. Onze vertegenwoordigers in de Tweede Kamer buitelen over elkaar heen om het plan te torpederen, dan wel te bejubelen. De burger kijkt toe en staat feitelijk buiten spel (De commotie rond de zorg-premie ten spijt).

Openheid
Ooit, in 1977 is geprobeerd een kabinet (CDA, PvdA, D66) te formeren op basis van openheid, het werkte niet, het werd een mislukking. De parlementariërs eisten voortdurend wijzigingen op alle naar buiten gebrachte plannen, de coalitie-genoten gingen vechtend ten onder. De VVD ging er, met het CDA, met de winst vandoor.

Zo’n afging wilde de VVD zichzelf natuurlik besparen en dus werd het regeerakkoord in de grootst mogelijke afzondering bekokstooft. Ambtenaren werd gevraagd vele, vaak geheel tegengestelde opties te onderzoeken. Misschien nodig voor de beraadslagingen, maar ook heel effectief in het optrekken van een mistgordijn rond de hoofdrolspelers… rood potlood met stemvakjeMisschien was die openheid niet zo’n goed idee. Openheid geeft ons meer zicht op het proces, maar maakt ook dat we ons er meer mee willen bemoeien. In het huidige politieke systeem loopt die bemoeienis via volksvertegenwoordigers, een traag systeem dat burgers ontevreden achterlaat. In een stemhokje een vakje roodkleuren is het enige wapen dat we hebben, daarna zijn we overgeleverd aan de luimen van de Tweede kamer leden.

Eigenlijk heel vreemd dat de burger buitenspel staat bij beraadslagingen waarvan hij de gevolgen jarenlang zal ondervinden. En dat in een tijd dat de mensen steeds meer verbonden zijn, mondiger en beter geinformeerd dan ooit te voren. Dat moet anders kunnen.

Crowdsourced wetgeving
In Ijsland bijvoorbeeld zijn de inwoners actief betrokken bij wijzigingen van de grondwet. Via de sociale media kanalen mochten de IJslanders meedenken en -schrijven aan de nieuwe grondwet. In Nederland is er een particulier initiatief waarbij alle wetten in Github zijn gezet (Github een applicatie uit de software wereld om heel nauwkeurig versies van code en documenten te beheren) . Door de wetten in Github te zetten kunnen vele mensen een bijdrage leveren aan het aanpassen en verbeteren van onze wetten, zonder dat het overzicht verloren gaat. Door rond deze Github versie van de Nederlandes wetgeving een goed discussie en beheerplatform op te zetten zou je net als in Ijsland, onze wetgeving crowdsourced kunnen aanpassen aan veranderingen in de samenleving.

Reputatie
Een van de dingen die ontbreken in de huidige sociale netwerken is zoiets al reputatie. Als je je reputatie uitdrukt in een cijfer, is de hoogte van dat cijfer een indicatie van de waardering die je uit het netwerk hebt verkregen op basis van je bijdragen aan dat netwerk. Op basis van die reputatie kun je mensen meer rechten toekennen in het netwerk. Binnen Stackoverflow  een webapplicatie waarin software ontwikkelaars vragen kunnen stellen en/of antwoorden kunnen geven is reputatie een belangrijk onderdeel.. Binnen stackoverflow bouw je reputatie op doordat de vragen die je stelt met een plusje (of minnetje) gewaardeerd worden. Gewaaardeerde vragen stellen is dus goed voor je reputatie. Hetzelfd geld natuurlijk voor de antwoorden die je geeft. Door kwalitatief goede bijdragen stijgt dus je reputatie en daarmee de rechten die je hebt binnen Stackoverflow.

Nieuwe Democratie.
In de (nieuwe) netwerkdemocratie is radiostilte een lachertje. Burgers leveren een actieve bijdrage aan de vorming van wetten en kabinetsbeleid. Ze verkrijgen mandaat op basis van reputatie, real-time opgebouwd en gebaseerd op de reële bijdragen die ze leveren (en positief beoordeeld door vele mede burgers). Autoriteit op basis van opleiding of positie alleen  zal verleden tijd zijn. Ministers zullen geen leiders meer zijn maar uitvoerders van d.m.v. door crowdsourcing opgebouwd beleid.

ProjectXHaren – Is de schuldvraag nog relevant?

Terwijl de bewoners van Haren op zaterdagochtend de enorme schade van de rellen in hun dorp aanschouwden begonnen op internet, sociale netwerken en de ‘traditionele media’ de discussies los te barsten over wie er schuld hadden aan de ongeregeldheden.
Peter Breedveld van FrontaalNaakt legde schuld bij de ouders van Nederland wiens opvoeding de jeugd te veel vrijheid geeft. In de Trouw werd de schuld bij de gemeente Haren gelegd. Stevan de Jong betoogde in NRC Handelsblad dat de schuld ook bij de traditionele media lag en natuurlijk kregen ook de politie/ME Facebook  en de relschopper  de schuld toegewezen.
Het is echte de vraag of de schuldvraag nog wel relevant is anno 2012.

Het onstaan van ProjectXHaren is inmiddels algemeen bekend. Er kwam vervolgens een ongrijpbare beweging onder vooral jongeren op gang, die als snel zoveel momentum kreeg, dat hij niet meer was terug te draaien. Vervolgens liepen alle partijen achter de feiten aan. Overheden wisten zich geen raad, de politie had geen eenduidig plan van opereren, deskundigen werden het niet eens of er wel of niet een alternatief feest moest worden georganiseerd. Diverse radiostations en DJ’s gingen in de ‘vibe’ mee en verkondigen maar dat het een geweldig feest zou worden in Haren en een Harense supermarkt sloeg extra bier in voor wat extra inzet en om de feestvreugde te versterken.

Je zou kunnen zeggen dat de rollen waren omgedraaid. Normaal gesproken organiseren bedrijven of organisaties feesten die na een gedegen voorbereiding en overleg met verantwoordelijke partijen ontstaan. Gedurende het proces wordt de doelgroep klaar gestoomd voor het ‘feest’, middels reclame, berichtgeving in sociale – en traditionele media. Nu initieerden jongeren zelf hun ‘feestje’ in geen tijd maar met dramatische gevolgen.

Toch is het de toekomst. Dat burgers zelf het initiatief nemen en dat hoeft niet per definitie slecht af te lopen. De ongeregeldheden in Haren zou je een ongelukkige aankondiging kunnen noemen van de netwerksamenleving die aan het ontstaan is. In die samenleving kunnen burgers zich razendsnel organiseren en hebben de traditionele institutes het nakijken. Opgesloten binnen de muren van hun instituut zullen medewerkers en ambtenaren niet adequaat meer kunnen reageren op wat er in de samenleving speelt. Er is maar één antwoord, slecht die muren al kan ik zelf niet precies zeggen hoe.

Julian Assagne is een omstreden figuur, maar zijn uitspraak: ‘de komende strijd zal niet gaan tussen arm en rijk maar tussen het individu en de institutes’ heeft in ProjectXHaren gestalte gekregen. Er zijn geen schuldigen, een nieuwe wereld kondigt zich aan.

De ‘cookiewet’

Ten eerste, er is helemaal geen Cookiewet. 5 juni j.l. is de Telecomwet van kracht geworden en die wet bevat een artikel (11.7a) dat handelt over cookies. Eigenlijk niet eens cookies. In het artikel is de computer ‘randaparatuur’ van de bezoeker (kan dus ook een mobiel apparaat zijn) en wordt er gesproken over het lezen en schrijven van gegevens die opgeslagen zijn op die randapparatuur. Een bredere definite dus dan cookies. Zo stelt de minister duidelijk dat ook ‘browser fingerprinting’ tot het lezen van opgeslagen data behoort:

Het lezen van de combinatie van instellingen en kenmerken van het apparaat met als uitsluitend doel de met dat apparaat opgevraagde dienst te leveren (bijvoorbeeld om de bezochte website goed te kunnen weergeven) valt onder de uitzondering in het derde lid. Het lezen van deze informatie om het surfgedrag van de gebruiker van het apparaat te volgen valt niet onder de uitzondering. Hiervoor is dan ook geïnformeerde toestemming van de gebruiker vereist.

In de praktijk van dit moment zijn vooral het aanmaken en lezen van cookies waar het wets-artikel over gaat. Na het nodige over het onderwerp gelezen te hebben onderscheid ik voor de wet 3 relevante gebruiksvormen van cookies: techisch noodzakelijke cookies, tracking cookies en thrid party cookies.

De eerste vorm (techisch) noodzakelijke cookies. Deze cookies mogen zonder toestemming van de bezoeker te vragen geplaatst/gelezen worden omdat ze ‘strikt noodzakelijk’ zijn voor het functioneren van de website/applicatie. Te denken valt aan cookies nodig voor inloggen, de inhoud van een winkelmandje ‘onthouden’ of de gekozen startpagina van een bezoeker beewaren.

Dan een sprongetje naar de 3de vorm thrid party cookies. Dit zijn de cookies die aanleiding zijn geweest voor het opnemen van het artikel in de wet. Deze cookies worden o.a. geplaatst door advertenties in een webpagina (third party). Ze zorgen o.a. voor het bekende effect dat als je een keer een paar websites bezoekt om een hok voor het konijn van je dochter uit te zoeken, je nog dagen achtervolgd word door advertenties over konijnen hokken.

“Met behulp van de gegevens die op de randapparatuur van gebruiker of abonnee worden opgeslagen wordt een profiel opgebouwd dat soms herleidbaar is tot de persoon en dat gebruikt wordt om advertenties toe te spitsen op voorkeuren van de gebruiker of abonnee. Aangezien dergelijke methodieken in de ogen van de indieners inbreken op de persoonlijke levenssfeer. “

De (terechte) vrees bestaat dat advertetiebedrijven door gebruik van deze cookies en het bewaren van het IP adres van de bezoeker er (stiekum) hele persoonlijke profielen kunnen worden opgezet, inclusief woonadres en dat is natuurlijk een schending van de privacy.

Dan de tweede gebruiksvorm tracking cookies. Ze worden vooral gebruikt om de bezoeker binnen een website te kunnen volgen en te zien waar hij/zij afhaakt of op welke link veel wordt geklikt. Web-analyse software maakt van dit soort cookies gebruik. websitebeheerders en marketeers beschouwen de resultaten als onontbeerlijk voor een goed beheer van de site. (Voor dit gebruik is geen IP adres nodig en wordt in de meeste gevallen ook niet gebruikt.)
Google-analytics is een zeer populaire tool die hier voor wordt gebruikt. De OPTA is er heel duidelijk dat ook Google Analytics (en dus ook andere tracking tools die cookies gebruiken) onder de wet vallen. Er moet dus toestemming voor worden gevraagd!

Dat de privacy van bezoekers van websites belangrijk is daar twijfelt niemand aan en dat online adverteerders ver gaan om de klanten te bereiken en te volgen zal ook niemand ontkennen. De ‘cookiebepaling’ probeert aan die praktijk van adverteerders paal en perk te stellen en zo de privacy te beschermen maar toch vind ik de wet een stap terug, gebaseerd op de tijd dat websites nog min of meer op zichzelfstaand waren en alleen middels hyperlinks met elkaar verbonden. De onderlinge afhankelijkheid qua, links, content, inkomsten en verwevenheid met sociale netwerken/media is nu zo groot dat kwesties rond verantwoordelijkheid (voor plaatsen cookies) en wat noodzakelijk is niet eenvoudig op te lossen zijn. Websitebeheerders bijvoorbeeld beschouwen analysetools als onmisbaar gereedschap om inhoud van – en de flow door de site op de bezoeker af te stemmen maar voor een goede werking van die tools is een cookie vrijwel onontbeerlijk.
Ook de beleving van de gebruiker hangt voor een belangrijk samen met die verwevenheid van websites. De cookiebepaling zal in dat krachtenveld een plek moeten vinden.

Hoe gaat het nu verder? De OPTA heeft aangekondigd prioriteit aan de naleving van de bepaling te geven. Met het uitdelen van boetes en/of waarschuwingen zal blijken hoe invulling aan de wet zal worden gegeven. Mijn verwachtig is dat bedrijven naar de rechter stappen om de boetes aan te vechten. Het kan dus nog interessante tweede helft van het jaar worden.

Goed overzicht van de recente ontwikkelingen rond de cookiebepaling:
blog.e-difference.nl – De cookiewetgeving wat is het en wat zijn de gevolgen

Waardevolle site waar ik veel informatie gevonden heb over de cookiebepaling:
cookierecht.nl

De letterlijke tekst van artikel 11.7a uit de telecomwet:
wetten.overheid.nl – Artikel117a – geldigheidsdatum_01-07-2012

Gratis tips voor Selexyz

Nederland is in rep en roer. De boekwinkelketen Selexyz dreigt failliet te gaan. Dat kan toch niet!? De revolutionaire veranderingen die internet en sociale netwerken in de samenleving te weeg brengen zijn voor veel Nederlanders moeilijk te bevatten.

Is Selexyz gedwongen ten onder te gaan in het online geweld van snelle, goedkope service? Dat geloof ik niet zo. Online winkelen is snel, gemakkelijk en goedkoop maar ook onpersoonlijk en zakelijk. Ik ben er van overtuigd dat de (boek)winkel in de straat kan overleven. Uitgangspunt moet zijn dat de klant niet meer komt voor het boek, dat kan hij ook online kopen, maar voor de beleving, een goed advies, het delen van liefde voor boeken en ook een beetje reuring…

Tip 1.

In het item over Selexyz op het NOS Jorunaal van afgelopen zaterdag wordt een oudere man aangesproken die een Selexyz winkel uitloopt. Uit een lullig plastic tasje vist hij 2 boeken… Zo laat je een klant toch niet de winkel uitgaan! Geef ze de persoonlijke aandacht die een fysieke winkel kan bieden. Die boeken pak je toch in, in mooi cadeaupapier en met een strikje! En als dat te bewerkelijk is aan de kassa, regel dan een papieren zak in de vorm van een boek. En overhandig elke aankoop met een vriendelijke glimlach.
Bekijk de video

Tip 2.
Als je een boek dezelfde dag nodig hebt, bijvoorbeeld voor een kado, of een reis, dan win je het als fysieke winkel van de online shop. Zorg dus voor een goede collectie cadeau-waardige boeken en goedkope pockets voor op reis, bijvoorkeur op een goed/snel bereikbare plek.

Tip 3.
Ga een samenwerking met Amazon.com aan, een Nederlandse ‘vestiging’ is gepland. Er is voor Amazon geen mooiere introductie in Nederland te bedenken dan als redder van Selexyz. Bovendien verkrijgt Selexyz het zo fel begeerde online platform en Amazon heeft er gelijk een schitterende reeks boekwinkels bij.

Veel mensen snuffelen in de boekwinkels en kopen goedkoop online. Zet scanners in de winkel. Als een ‘snuffelaar’ een leuk boek vindt kan hij het langs de scanner halen en online bij Amazon kopen en met zijn pas afrekenen, het kan thuis worden bezorgd, of in de winkel. Klinkt idioot, maar er wordt toch weer een paar euro gevangen op het boek, waardoor het snuffelen te gelde wordt gemaakt!

Tip 4.
Laat elke winkel zich verbinden met de omgeving. Zorg ervoor dat het personeel de trouwe klanten kent en met egards ontvangt. Geef boekenclubs en organisatoren van schrijvers cursussen de mogelijkheid om in de winkel bijeenkomsten en lessen te organiseren. Midden tussen de boeken, dat is heel wat anders dan in een anoniem zaaltje achteraf en de winkel is natuurlijk open. Organiseer middagen waarin lokale schrijvers en dichters hun werk mogen presenteren. Het is een verbondenheid die de webshop nooit kan bieden. Klanten zullen de lokale Selexyz ervaren als ‘hun’ winkel. In dat kader is het ook handig om niet ‘Selexyz’ maar de naam van de winkel prominent op de pui te zettten.

Tip 5.
Breng thema’s in de winkel en zorg voor reuring. Je kunt niet alle boeken verkopen, dat kan de online winkel wel. Breng daarom thema’s aan rond kinderboeken!!, literatuur, koookboeken, reisboeken, kunst en fotografie, etc.Organiseer aktiviteiten binnen deze thema’s. Elke woensdagmiddag een activiteit voor kinderen, voorlezen, eigen gedichten. Als Conimex met een nieuwe productlijn komt, biedt ze dan de fraaie entourage van de kookboekenafdeling voor de product lancering, de verkoop van boeken gaat natuurlijk door. Lok de mensen naar de winkel met wat reuring, kopen in de webshop is zo saai…

Tip 6.

Selexyz boekwinkels zijn enorm groot, de hoeveelheid boeken intimideert me. ik kan er ook nooit mijn weg vinden als ik bijvoorbeeld een kookboek of filosofieboek nodig heb. Ga eens te rade bij een winkel als de Bijenkorf voor de bewegwijzering in de winkel, zodat je een afdeling sneller kunt vinden. Stap af van de traditionele, magazijnachtige inrichting met wanden vol boeken, maak het speelser afgestemd op de thema’s. Geef een (lokaal) museum de ruimte om een expositie in te richten.

De website van open venster tot gevangenis?

In een tweet melde ik kortgeleden dat Thuisafgehaald.nl een site met veel potentie is. Dat vind ik nog steeds, maar na het lezen van een artikel op Shaerable twijfel ik toch of de site zonder meer een succes gaat worden.

In het artikel stelde Juho Makkonen dat veel sharingsites niet echt van de grond komen. Natuurlijk is het zo dat dergelijke sites geen investeerders hebben die miljoenen beschikbaar stellen en dus moeten werken met kleine budgetten. Als oplossing voor het probleem stelt de schrijver dat de sites beter moeten gaan samen werken. Misschien is die constatering ook wel het probleem. In deze tijd is een website al snel een geïsoleerde omgeving, een gevangenis, zeker als je als gebruiker een account moet aanmaken en steeds moet inloggen. Dat geld niet voor sharingsites alleen, maar eigenlijk voor alle sites. Gebruikers gaan geen tientallen sites beheren, maar alleen de voor hun waardevolle. De drijveer zal zijn het voordeel welke een site ze bied. Is dat voordeel niet groot genoeg, dan laten ze de site links liggen.

Is er geen oplossing voor dit probleem? Nog niet echt naar mijn menig, maar je kunt veel doen om delen en samenwerken mogelijk te maken. Laat ik ze op een rijtje zetten.

  • Inloggen met je Twitter, Google+, Facebook of Hyves account. Dit ontneemt de gebruiker de last van weer een username/password combinatie te moeten onthouden. Bovendien kun je gebruik maken van de belangrijkste profiel gegevens, zoals naam, geslacht leeftijd etc. Hoeft de gebruiker dat ook niet in te vullen.
  • Natuurlijk maak je als sitebeheerder een account aan op Twitter en regel je een Facebookpagina, maar communiceer ook via deze netwerken. Laat een gebruiker weten welke maaltijden er in zijn postcode gebied die dag worden aangeboden.
  • Gebruik email. Ondanks de opkomst van sociale netwerken is email nog steeds springlevend. Geef de klant keuze uit diverse mogelijkheden. Een nieuwsbrief met de nieuwe koks die zich hebben aangemeld. En een dagelijkse mail met maaltijden die in zijn postcode gebied worden aangeboden. Vanuit zijn mail kan hij vervolgens een maaltijd kiezen en bestellen. Of een mail met de vraag of zijn maaltijd met een cijfer wil beoordelen, per reply. Een startup met de naam Powerinbox maakt het mogelijk dat gebruikers vanuit hun (web)mail een willekeurig site kunnen aansturen. Handig voor kleine handelingen.
  • Kijk in he algemeen welke succesvolle diensten er al zijn die je als publicatie/communicatie kanaal kun aanbieden. Misschien zijn er mogelijkheden via Marktplaats of zelfs Bol.com.
  • Bied een API (Application Programming Interface) aan voor je site. Ontwikkelaars van andere sites en startups kunnen jou diensten dan integreren. Het klinkt erg ingewikkeld, maar dat valt mee. Een redelijk ervaren programmeur moet daarmee uit de voeten kunnen.
  • RSS Met een gepersonaliseerde RSS feed kun je de gebruiker op de hoogte stellen van het aanbod in zijn postcodegebied.
  • Als laatste, maar misschien wel de belangrijkste, integreer het mobiele platform. Minimaal een serieuze, mobiele versie van je site. Maar een app kan handiger zijn. Een gebruiker heeft zijn mobiel vrijwel altijd, overal bij zich. Hij hoeft niet te wachten tot hij beschikt over een PC waarmee hij op de site kan inloggen. Met zijn mobiel is ook zijn lokatie beschikbaar, zodat hij bijvoorbeeld kan zien waar hij een thuisgemaakte maaltijd kan afhalen en hoe hij daar dan moet komen (via bijvoorbeeld Googlemaps)!

Het web veranderd voordurend. Steeds meer diensten kunnen online geregeld worden. Dat vergt evenzoveel accounts en voor al die accounts moet je je inloggevens bewaren/onthouden. Dat word ondoenlijk, dus daar zal wel een oplossing voor komen. Hoe die oplossing er uit zien weet ik nog niet, maar het zal iets zijn van een persoonlijke applicatie (app) omgeving, die veilig bereikbaar is vanaf PC, mobiel of tablet. Er is een bedrijf dat met een dergelijke omgeving bezig is Qiy. Daarover meer in een volgend blog.